home > woord en beeld > verhalen > Translate with Google Translate - Traduire avec Google Translate

Het koninklijke rode marmer uit Rance

In Rance, een klein dorpje in Henegouwen, werd eeuwen lang marmer ontgonnen en bewerkt. Het rode marmer uit Rance was ooit wereldberoemd. De laatste jaren verschenen meer en meer studies en artikels over het belang van de marmernijverheid in de regio van Rance en de voorliefde van de Franse (en Europese!) elite voor het mooie rode marmer uit de lokale marmergroeves. Waarom was het marmer van Rance zo bekend? En hoe was de familie Boucneau daarbij betrokken?

Het marmer uit Rance werd blijkbaar al in Romeinse tijden gebruikt. Ook tijdens de middeleeuwen was dat blijkbaar het geval. Het was dan ook een luxeproduct.

In 1608 blijkt één van de bekendste edelen uit die periode, Charles De Croy, (ook heer van Aarschot) eigenaar te zijn van een marmergroeve in Rance, uiteraard om er geld mee te verdienen, maar ook om zijn eigen kastelen met het prachtige rode marmer te kunnen aankleden. In die periode werd het marmer gebruikt in heel wat luxueuse woningen in Brussel en Antwerpen, maar ook uitgevoerd naar andere Europese landen, onder meer naar de koning van Denemarken! Ook die hield zich persoonlijk bezig met de aankoop van het marmer. In 1591 zorgt koning Christiaan IV van Denemarken voor een paspoort voor zijn vertegenwoordiger Joan de Marienbourg om hem toe te laten om 'des marbres rouges de Ranstt' te transporteren voor de koninklijke graven in Roskilde!
In 1560 wordt marmer uit Rance geleverd voor het nieuwe stadhuis van Antwerpen.. Pieter Paul Rubens verwerkt het rode marmer in zijn stadswoning (1610) en gebruikt het ook in de Antwerpse Sint-Carolus Borromeuskerk (1615-1621), de kerk kreeg niet voor niets de bijnaam van 'de marmeren tempel'.

Rouge Royal voor de Franse Zonnekoning

Escalier de la reine, château de Versailles, Sophie Mouquin, Versailles, un édifice de marbre In de periode 1670-1690 gingen grote hoeveelheden marmer uit Rance naar Parijs voor het paleis van Lodewijk XIV in Versailles. Ook in andere koninklijke gebouwen en verschillende Parijse kerken werd het rode marmer uit Rance gebruikt. Blijkbaar gingen de koninklijke bouwmeesters zelf de groeven bezoeken en zorgden ze er voor dat het transport vlot kon verlopen. Zelfs in oorlogstijden... (Het is juist in die woelige oorlogsperiode (nl. 1667-1668 en ook nog de jaren er na) dat onze Vlaamse voorouder Stephanus Boucneau in Veurne terecht kwam.)

Alleen al in Versailles werden enorme hoeveelheden marmer uit Rance verwerkt, onder meer voor de indrukwekkende pilaren. Die productie zorgde er voor dat er in Rance in die jaren een nieuwe groeve werd geopend die al snel de toepasselijke naam kreeg van 'Trou de Versailles'. Deze groeve werd op dat ogenblik uitgebaat door Jean Wicq (+1690) waarvan afstammelingen ook met Boucneau's gehuwd waren.
Het marmer uit Rance werd ter plaatse afgewerkt en verpakt en via transport met 'kar en paard' door 'voituriers' vervoerd, soms ook via waterwegen die meer mogelijkheden boden dan de wegen uit die tijd. Transport van marmer (zeker als afgewerkt product) was erg moeilijk. Marmer is immers een broos en zwaar materiaal (ongeveer 3000 kg/m³!).
In de 18de eeuw zijn er in Rance drie groeves actief en 5 marmerbedrijven met een officiële erkenning van de Franse koning als 'maitre marbrier'. In het totaal stellen ze 198 mensen te werk. Vlakbij in Solre-Saint-Géry zijn er twee zaagmolens waar onder meer marmer uit Rance wordt verwerkt, één ervan wordt uitgebaat door Jean-Jacques Boucneau uit Rance. De bedrijven uit Rance hebben in die periode 10 wagenvoerders ('voituriers') die permanent voor hen op weg zijn...

De problemen in Frankrijk aan het eind van de 18de en het begin van de 19de eeuw, nl. de Franse revolutie en wat later de nederlaag van Napoleon, zorgden voor een moeilijke periode voor de Henegouwse marmerindustrie. Het sluiten van de grenzen en de hoge toltarieven ingevoerd door Napoleon maakten het bijna onmogelijk bewerkt marmer naar Frankrijk (Parijs) te exporteren. Dus verhuisden er rond 1825 heel wat 'Belgische' marmerbewerkers naar Frankrijk, naar Parijs zelf, maar ook naar dorpen vlak over de Franse grens. Zo trokken ook Boucneau's naar Cousolre en omgeving.

Koraalriffen en rode modder

Het rode marmer van Rance en omgeving is een speciale kalksteen. Het ontstond in een periode van ongeveer 390 tot 325 miljoen jaar geleden. Het gebied dat we nu België noemen lag toen net onder de evenaar en dus in een tropisch klimaat. Het bevond zich onder de zeespiegel in een ondiepe zee. In die ondiepe zee kwamen kalkslibheuvels met koraalriffen voor, ze raakten bedekt door modderlagen met veel ijzeroxide. Dit ijzeroxide zorgt voor de rode kleur. Na miljoenen jaren, versteenden deze lagen.
Van het rode marmer in Rance zijn er verschillende varianten, afhankelijk van de kleur en de samenstelling. De belangrijkste zijn de 'Veille Rance' en het lichtrode 'Rouge Royal'.

De oude marmergroeves van Rance

Rance, carrière à roc Door zijn oorspong is het rode marmer dus maar heel lokaal te ontginnen, namelijk waar men in de oude kalksteenlagen dergelijke fossiele koraalriffen terugvindt. In Rance waren er in de geschiedenis minstens vier marmergroeves die uiteindelijk allemaal uitgeput geraakten. De laatste sloot in 1952.

Het gaat om de groeve 'du Bas du Village', de groeve 'Ghislain', de groeve 'Fosset' ook 'La Margelle' of 'La Marzelle' en tenslotte de 'Carrière à Roc' of 'Trou de Versailles'.

De 'Carrière à Roc' werd aan het eind van de 19de eeuw heropend doordat de ingenieur-ontwerper van het Centraal Station van Antwerpen, Clément Van Bogaert, op zoek was naar het rode marmer van Rance dat zo bekend was geworden door het gebruik ervan in Versailles. Tot zijn grote verbazing werd het op dat moment niet meer geëxploiteerd... Het verhaal wil dat vervolgens twee ondernemers uit de streek, Grimée uit Rance en Vienne uit Cousolre, de groeve lieten leegpompen en opnieuw marmer gingen ontginnen, speciaal voor het Centraal Station van Antwerpen... De groeve sloot definitief in 1952-1953.


Meer info:

- Georges Ducarme, "Le marbre de Rance, son histoire et celle de l’industrie marbrière dans la localité",
Publications de la société d’Histoire Régionale de Rance, II (1956-1957)
- Over het marmer uit Rance op Wikipedia.
- Het Marmermuseum in Rance
- Eric Groessens, "La diffusion du marbre de Rance en France", 117ème Congrès national de la société savante de
Clermont-Ferrand, 1992.
- Eric Groessens, Les marbres de Belgique, histoires en sciences.
- Eric Groessens, Belgische Geologische Dienst, Les Marbres du Nord de la France en du Boulonnais.
- Une famille de marbriers rançois: les Boucneau, J. Lamoret, Publication de la SHRR, tome XIX - 2012.
- Sophie Mouquin, "Les échanges marbriers entre les anciens Pays-Bas et la France sous l’Ancien Régime", Université de Lille, 2009.
- Sophie Mouquin, "Versailles, un édifice de marbre. Le rouge de Rance et les harmonies colorées versaillaises.",
Université Charles de Gaulle Lille; 2007.
- Marleen de Ceukelaire, "Belgisch marmer", Grondboor en hamer, Bouwen met natuursteen, 2015.
- Jean-Marc Marion, Sivry - Rance: notice explicative de la carte géologique de la Wallonie, 2004.
- Webblog Rixke Rail’s Archives van René Lévêque, "De Versailles à Anvers"

^ top   

Lees ook...
Lisez plus...
Read more...


Inleiding over de familie Boucneau

De familie Boucneau in Rance

Marmerhandelaars in Brussel

Engelse Boucneau's ook marmerbewerkers!

De contacten tussen Rance en Londen!